‘Deurdonderen’ wordt de agrarische sector onmogelijk gemaakt

De boerenmentaliteit: daar kunnen heel veel mensen nog wat van leren. Dat besef kwam laatst weer naar boven, toen ik me realiseerde dat ik zelf amper nog weet wat werken is. Die boer op de tractor weet dat wel. Net als die chauffeur op de vrachtwagen. Zij waren al bezig voor de haan kraaide, toen jij nog in bed lag.  

Nondeju, wat een kou!
Afgelopen week had ik om 8.00 een afspraak in Flensburg, Noord Duitsland. Om 3.00 de wekker gezet, met collega Ruud in de auto gesprongen en op tijd bij de klant. In vogelvlucht een veetrailer aangekeken en vlug naar binnen, bij de kachel aan de koffie. ‘Nondeju, ik bevries zowat’, hoorde ik mezelf tegen Ruud zeggen. Terwijl wij samen vroeger non-stop stonden te laden en lossen. Dag en nacht, in ijzige kou en zinderende hitte. Toen was dat gewoon zo. Je deed wat je moest doen. Terwijl ik nu na 2 minuten buitenwerk al begin te piepen over de kou.

Regels maken het werk onmogelijk
Bij de koffie en de kachel vertelde de transporteur waarom hij zijn auto’s wilde verkopen. Hij was het helemaal beu: de overheid, de veterinaire instanties en de dierenorganisaties, met alleen maar regels, regels en nog een regels. Werken als een paard, maar het nergens goed kunnen doen. De situatie was gewoon onwerkbaar geworden. Klein detail: achter hem hingen foto’s van de oude Scania veewagens van zijn vader uit de jaren ‘80. Het bedrijf was van generatie op generatie overgegaan. Generaties met werkpaarden.

Opgeleid in de agrarische sector
Dit was het zoveelste bedrijf waar ik de laatste tijd een dergelijk verhaal hoorde. Zelf klom ik na de koffie weer achter het stuur, met de kachel op 23 graden en de stoelverwarming aan. Op weg naar Scandinavië om meer vrachtwagens te kopen. Mét klompen aan. Want wat ben ik blij met mijn eigen opleiding binnen de agrarische sector. Een opleiding met basisregels als ‘vroeg op en laat naar bed, want slapen doen we later’, ‘we kennen geen problemen, alleen oplossingen’ en ‘je bent 24 uur per dag bereikbaar’. En misschien wel de belangrijkste: ‘vergeet niet op tijd dikke schnitzels te eten’.

“Slapen doe je later. In bed gaan de meeste mensen dood.”


Het begint met mentaliteit
Die mentaliteit die ik vroeger heb meegekregen, als chauffeur en als veehandelaar, maakt mijn huidige werk in de truckbranche een stuk eenvoudiger. Want met deze normen en waarden op zak, ben je vaak een hoop mensen een slag voor. Je lost sneller problemen op, relativeert sneller, beslist sneller en zeurt een stuk minder. Allemaal dankzij een instelling die in de agrarische sector heel normaal is. Een sector die we ondertussen met z’n allen keihard aan het afbreken zijn, ondertussen klagend over een gebrek aan mentaliteit bij de huidige generatie.

Zwaaien in plaats van schoppen
Mijn punt? Dat ik bewondering en respect heb voor de agrarische sector. Voor de mentaliteit, de inzet en het oneindig doorzettingsvermogen van al die werkpaarden. Het doet me pijn dat zoveel mensen genoeg hebben van het werk, vanwege de regels, de omstandigheden en de organisaties waarmee ze elke dag moeten werken. Want ons eten komt niet vanzelf op tafel, daar moet heel wat voor gebeuren. Laten we blij zijn dat mensen daar hun tijd, geld en energie in willen stoppen. Dat zij wél buiten in de kou willen staan. Ook voor jou. Dus toon respect. Alleen al door een keer te zwaaien naar een boer of chauffeur, in plaats van als samenleving tegen ze aan te schoppen.

De kop d’r veur, wíj dondert deur. Gas erop allemaal!